“Opa was heel groot,” zegt kleine Teun.
“Oh joh,” zeg ik, “dan mis je ook heel veel.”
Hij zucht…
“Wat ga je doen,” vraagt hij.
“Ik ga een plan maken,” zeg ik, “samen met papa en mama.
Zullen wij ook een plan maken?”
Hij pakt zijn tekenboek.
We praten over leven en dood en over wat er dan gebeuren moet:
Iemand nog een beetje wassen en zijn lievelingskleren aan.
Een kist uitzoeken omdat dat zo makkelijk is om iemand te dragen
En we spreken af dat we opa zullen begraven.
“Doe je de kist dicht,” suggereert hij,
“anders krijgt opa zand op zijn gezicht.”
“Goed plan,” zeggen we.